'Collin damt pas één vol seizoen, en daarom ook is zijn prestatie zo bijzonder', stelt Lucassen. ‘Hij doorziet dingen die andere kinderen van die leeftijd nog lang niet zien, en dat maakt hem zo bijzonder als jeugddammer.' Moeder Edith en vader Danny zijn trots, om niet te zeggen, heel trots op Collin. 'hij heeft het heel goed gedaan', zegt moeder Edith, 'Hij zat dicht bij de titel. Hij was lekker in vorm. Maar dat was die jongen uit Enkhuizen ook.' Collin damt elke dag tegen zijn moeder Edith. Zijn moeder als sparringspartner, dat bevalt hem wel. Maar het bevalt het haar ook? Ik win heel soms nog. Maar hij wordt sterker en sterker.' De vakantie staat voor de deur, en de vraag ligt voor de hand; alleen maar dammen? 'Dammen en buitenspelen', zegt Collin. 'Natuurlijk, ook buitenspelen', zegt Hans Lucassen. 'Niet alleen achter het dambord zitten.' 'Ik kan ook wel goed voetballen', zegt Collin

De Twentsche courant Tubantia 12 mei 2001 - 'Wij zijn op zoek naar heel slechte dammers, geen goede'

Damclub Almelo bestond in april zeventig jaar. Gevierd is dit moment nog niet. De club die in de goede jaren zeventig leden telde, heeft er nu nog 25 van wie acht jeugdleden. Het houdt dus niet over.

Door Gerard Smink

ALMELO - 'In de jaren zestig, tot medio jaren zeventig, hadden we het beste team van Overijssel', zegt Cor Eektimmerman, voorzitter van Damclub Almelo, 'we kwamen uit in de Landelijke Hoofdklasse, toen Ereklasse geheten. Onze topspelers waren Johan Prinsen en Anton Jurg, het huidige VVD-schaduwfractielid. Toen clubs de spelers gingen betalen - ons beleid was om dat niet te doen - zijn we achterop geraakt. Spelers vertrokken. Nu spelen we in de Provinciale Hoofdklasse. We mogen het clubgebouw van zwem- en poloclub ZPA gebruiken. Sponsors, nee, hebben we niet. Wij krijgen wel eens vijftig gulden van iemand, dat is het. Het gaat niet goed met het dammen. Het aantal leden zakt. Een paar jaar geleden damden nog duizend mensen in de provincie, nu 800. Mensen willen zich niet meer binden aan een vereniging. Dammen is in vergelijking met schaken ook minder populair. Ligt aan de spelregels, met dammen kun je uren doorgaan. Er zijn partijen die acht uur duren. Een partij van vijf, zes uur komt regelmatig voor. Als je 's avonds om half acht met ons tweede team in Lelystad begint, wordt het wel eens laat. Rond middernacht, uiterlijk half één proberen we er een punt achter te zetten. Dan nog ben je heel laat thuis.'

'Met het eerste zijn we een paar keer bijna kampioen geworden. Sinds vorig seizoen hebben we de beschikking over een Rus, Eljanov. Hij is vrij goed, maar niet de beste van onze vereniging. Dat is Gertjan Kolsté, uit onze stad. Aan de hand van zijn puntentotaal is hij zelfs de beste van de provincie. Vorig jaar ook al. We hebben zes goede dammers, maar we moeten er eigenlijk acht hebben om kampioen te worden. De laatste twee zijn aanzienlijk zwakker, en de zwakste schakel bepaalt waar je staat als team. We zouden meer leden willen hebben. Jaarlijks organiseert de Sportraad een basisschooldamtoernooi. Daarna zijn er altijd wel twintig of dertig dammertjes die verder willen met dammen. Maar we hebben geen jeugdleider, we kunnen ze dus niets bieden.'

U kunt de vereniging dus verdubbelen, maar u stuit op mankracht?
'Ja, zo is het. Wij zoeken iemand die de kinderen zou kunnen begeleiden. Ook iemand waarvan de kinderen iets kunnen opsteken. Voor de langere termijn willen we Edwin van Hofwegen, die dit jaar onze clubkampioen wordt, hiervoor vragen. Hij is nu nog te jong. Daarom zouden we er graag iemand bij hebben die als jeugdleider wil functioneren. Maar veel vaders, die ook nog een beetje kunnen dammen, zijn toch een beetje gemakzuchtig. Ze dumpen hun kind en komen die drie uur later weer ophalen. Een jeugdleider zou hier met open armen worden ontvangen.' Een dammer is toch listig. U had toch allang een jeugdleider moeten hebben?
Hans Lucassen, voorheen jeugdleider van de damclub en nu arbiter van de Koninklijke Nederlandse Dambond, zegt: 'Ik wil het best weer doen, maar niet alleen. Het is toch heel wat om dertig keer per damseizoen een avond met de jeugd op stap te gaan.' Secretaris Johan Prinsen schudt zijn hoofd: 'Ik heb echt geen tijd.'
'Ziet u wel', zegt Eektimmerman. 'En zo is het met velen die je vraagt om jeugdleider te worden. Voor een bestuursfunctie is ook niemand te krijgen. Al tien jaar zit hier hetzelfde bestuur. Ikzelf ben al vijftien jaar voorzitter, omdat niemand anders het wil doen. Ik heb helaas geen concurrentie.'
'Laten we ons gelukkig prijzen met acht jeugdspelers. Rijssen, Wierden en Den Ham hebben nul jeugdspelers. Dan zijn wij nog goed af, als je het zo bekijkt. Maar het hebben van een jeugdleider blijft toch een wens.'

Het probleem zit u al jaren dwars. Nou begrijp ik ook ineens waarom een dampartij acht uur kan duren.
De drie schieten in de lach. 'Misschien reageert iemand op dit verhaal, wil hij of zij onze jeugdleider zijn. Dat zou mooi zijn. Schrijft u dan ook maar op dat we dat wij een groot tekort aan slechte dammers hebben. Wij hebben heel slechte dammers nodig, geen goede.'
'Als morgen zich iemand bij ons meldt als lid, omdat hij denkt dat hij een goede dammer is, kan ik u melden dat deze persoon bij ons alle partijen verliest. Zo iemand raakt natuurlijk afgestompt. Daarom zeg ik: laat er maar veel slechte dammers komen, dan kunnen ze ook tegen elkaar spelen en dan winnen ze ook nog eens een partijtje.'